Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dewijl gij de [22]kastijding haat, en Mijn woorden [23]achter u henenwerpt. 22. Of, tucht, bestraffing, met woorden of werken, dienende tot onderwijs en verbetering een zondaars. Het Hebr. woord betekent eigenlijk verband, bedwang, en wordt voorts genomen voor tucht en kastijding, zijnde de weg des levens en der wijsheid; Spreuk.6:32, en Spreuk.12:1. 23. Gelijk men doet wanneer men iets veracht en van gene waarde houdt, dat men voor ogen niet zien mag. Verg. 1 Kon.14:9.